BIJLAGE no.149.
De Raad der gemeente Prinsenbeek;
gezien de rekening der inkomsten en uitgaven dier gemeente, over
het dienstjaar 1953;
gelet op artikel 257 der gemeentewet;
besluit
het bedrag der ontvangsten en uitgaven van die rekening voorlopig
vast te stellen als volgt:
de ONTVANGSTEN VAN DE GEWONE DIENST op zes honderd
vijftien duizend drie honderd en zes gulden, negen
tien centsf. 615.306,19
de UITGAVEN van DE GEWONE DIENST op vijf honderd
acht en tachtig duizend drie honderd een en twin
tig gulden, zes en tachtig centsf. 588.321,86
en alzo het batig slot van de GEWONE DIENST
op zes en twintig duizend negen honderd vier en
tachtig gulden, drie en dertig centsf. 26.984,33
de ONTVANGSTEN VAN DE KAPITAALDIENST op een
millioen zeven honderd acht en zeventig duizend
acht honderd en negen en zeventig gulden, vier
en zeventig centsf. 1778.879?4
de UITGAVEN VAN DE KAPITAALDIENST op twee millioen
negen en veertig duizend negen honderd vier en
zeventig gulden, vijf en zeventig centsf.2049.974,75
en alzo het nadelig slot van de KAPITAAL-
DIENST op twee honderd een en zeventig duizend
vijf en negentig gulden, een cent...f. 271.095,01
Aldus besloten in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Prinsenbeek, gehouden op 1 Maart 1955.