BIJLAGE no.151.
De &aad der gemeente Prinsenbeek;
Overwegende, dat het wenselijk wordt geacht een gedeelte,
groot f.99.000,der in de vlottende schuld opgenomen kapitaals-r
uitgaven wegens hypotheekverstrekking ingevolge de Gemeentelijke
Bouwcredietregeling, te consolideren;
Gelet op artikel 228 der Gemeentewet;
HEEFT BESLOTEN:
per 16 April 1955 bij de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten, ge
vestigd te 1s-Gravenhage onderhands ter leen op te nemen een som van
f.99.000,tegen de koers van 100%, zulks onder de volgende voor
waarden
Artikel 1
Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der lening be
talen een tegen drie en één/achtsten ten honderd per jaar te bereke
nen rente, te voldoen op 16 April en 16 October van elk jaar, voor
het eerst op 16 October 1955 over het alsdan sedert de datum van op
neming verstreken tijdvak. Bij de berekening van de rente zal elke
maand op 30 dagen en elk jaar op 36O dagen worden gesteld.
Artikel 2.
Geldneemster zal het bedrag der lening aflossen in 25 jaren en wel
in de jaren 1956 t/m 1980 f.3960,per jaar.
De aflossingstermijnen zullen worden voldaan op 16 April van elk jaar.
Artikel 3.
Algehele of gedeeltelijke extra aflossing der lening zal tot 16 April
1965 zijn uitgesloten; met ingang van laatstgenoemde datum naar geld
neemster uitsluitend op de aflossingsverschijndagen extra mogen af
lossen, doch slechts tegen betaling van een vergoeding van één en een
half percent van het extra af te lossen bedrag, indien de aflossing
plaats vindt vóór 16 April 1970, terwijl zulks gedurende de verdere
looptijd der lening slechts mogelijk zal zijn tegen betaling van een
zodanige vergoeding, berekend naar één percent van het extra af te
lossen bedrag. Geldneemster zal van haar voornemen tot extra aflos
sing der lening tenminste vier maanden tevoren aan geldgeefster
schriftelijk kennis geven.
Deze kennisgeving is onherroepelijk en verplicht geldneemster op de
gestelde datum de extra aflossing te doen.
De bedragen overeenkomstig dit artikel extra afgelost, zullen ge
rekend worden allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste
aflossingstermijn, daarna van de voorlaatste en zo vervolgens.
Artikel 4.
Alle aan geldgeefster verschuldigde betalingen zullen geschieden te
haren kantore te 's-Gravenhage of bij een nader door Geld.geefster
aan te wijzen betaalkantoor
De betalingen zullen geschieden in Nederlands geld, zonder korting
of schuldvergelijking en zonder kosten voor geldgeefster.
De betalingen zullen gerekend worden allereerst te zijn geschied ter
voldoening van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de
vergoedingen, vervolgens van de rente en het laatst van de hoofdsom.
Artikel 5»
Indien geldneemster het aan rente of aflossing verschuldigde niet op
tijd en overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 zal hebben voldaan,
zal zij aan geldgeefster betalen, als boete, een bedrag gelijk aan
vijf ten honderd per jaar van het achterstallige bedrag over de tijd
der nalatigheid.