BIJLAGE no. 154-. Prinsenbeek, 30 Maart 1955» Onderwerp Risico-dekking bij woningbouw-hypotheken. Aan de Raad. Zoals Uwe raad bekend is werden ten behoeve van particu liere bouwers hetzij van gemeentewege hypotheken verstrekt dan wel een gemeentelijke garantie gegeven op door derden te verstrek ken hypotheken. In geval van garanties werd tevens een risico dekking ingesloten voor het geval van overlijden van de schulde naar, voordat de schuld is gedelgd. Zulks om de gemeente te vrij waren tegen al te grote geldelijke risico's in de toekomst. Bij gemeente hypotheken werden deze risico-dekkingen niet voorgeschre ven. De Bouwspaarraad der Vereniging van Nederlandse Gemeenten, die tot dusver bij de gemeenten de credietverlening ten behoeve van particuliere bouwers zo sterk heeft gepropageerd begint - mede ook gezien de steeds hoger wordende bouwkosten - in te zien dat de gemeenten geleidelijk zich voor de bouwfinanciering móeten- terugtrekken en dit moeten overlaten aan de daartoe geeigende maatschappelijke organen als banken en andere grote geldgevers. Wij juichen deze gedachte toe omdat de momenteel bij de gemeente'lopende hypotheken een niet onbeduidende administratieve belasting op het ambtenarenkorps leggen, hetgeen niet het geval is bij eenVoudige garantie overeenkomsten. In verband hierimde stellen wij Uwe raad voor te beslissen dat de bouwfinanciering in beginsel door derden dient te geschie den en dat alleen in zeer bijzondere gevallen een gemeente-hypo theek zal dienen te worden verleend. Een tweede punt is de vraag of het juist is bij het steeds stijgen der bouwkosten, dus ook bij het stijgen der hypotheekbe dragen, vol te houden in de eis van een volledige risicodekking tot het volle bedrag der hypotheek. Wij menen deze vraag ontkennend te moeten beantwoorden op de volgende overwegingen. Als de kostwinner van een gezin dat een huurwoning be woont komt te overlijden, zal de weduwe op de een of andere wijze tóch in staat moeten zijn de huur der woning op te brengen. Wij zouden dezelfde gedachte willen toepassen op een weduwe van iemand die een bouwhypotheek heeft aangegaan. Schakel deze weduwe in lasten terug tot het punt waarin zij gelijk staat met de weduwe die een huurhuis bewoont, dan is zij in niet ongun stiger positie dan andere lotgenoten. Er van uitgaande dat als gemiddelde huur van nieuwbouw- vironingen in deze gemeente ongeveer f.6,50 per week f.338,per jaar is aan te nemen, kan men stellen dat de weduwe van een zelf bouwer voor een soortgelijke woning dus voor niet zwaardere lasten mag komen zitten dan de weduwe van een gewone huurder. De weduwe van een zelfbouwer heeft op de gebouwde woning echter nog de volgende bijzondere lasten, die een huurder niet heeft n.l. 1. brandverzekering pand f. 6, 2. grond- en andere zake lijke lasten naar gege vens woningbedrijf 30

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 20