BIJLAGE no.1?6. Aan de Raad Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van een Verordening op de heffing van een brandweerrecht in de gemeente Prinsenbeek. Zoals U bekend zal zijn is in het begin van 1954- in gemeen schappelijk overleg besloten tot het instellen van een brachtwacht - dienst voor alle voor het publiek toegangkelijke uitvoeringen, film voorstellingen en dergelijke. Bepaald werd, dat telkens 2 brandwachten voor elke dienst zouden worden ingeschakeld. Naar ons oordeel is het evenwel gewenst om in de naaste toe komst slechts 1 brandwacht als zodanig in te schakelen, omdat de er varing ons geleerd heeft, dat 1 brandwacht ruimschoots voldoende is. De hem opgedragen taak bestaat hoofdzakelijk uit: 1. het nemen van maatregelen ter voorkoming van brand, zoals bijvoor beeld het handhaven van het rookverbod tijdens film, toneel- en circusvoorstellingen; 2. het nemen van maatregelen ter bestrijding van brand, zoals alarme ring van de brandweer en de politie en het ontruimen van de zaal. Krachtens het eerste lid van artikel 275 der gemeentewet heeft de gemeenteraad de bevoegdheid rechten te heffen voor het gebruik of genot van voor de openbare dienst bestemde gemeentewerken, bezittingen of inrichtingen, en van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Deze verordening op de heffing en invordering van rechten - retributies genaamd - als bedoeld in dit artikel, moeten worden gehou den voor verordeningen betreffende plaatselijke belastingen. Nu hier sprake is van vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, aangezien namelijk voor elke filmvoorstelling enz. door de plaatselijke vrijwillige brandweer 1 brandwacht beschikhaar wordt ge steld, is het ons inziens niet meer dan billijk, dat hiervoor op grond van artikel 275 der gemeentewet, een retributie geheven wordt. Tenslotte zij nog opgemerkt, dat, volgens de jurisprudentie, aan een vergunning, die door de burgemeester krachtens een plaatselijke politieverordening is verleend tot het geven van een publieke vermake lijkheid, niet rechtens mag worden verbonden de voorwaarde, dat telkens wanneer die vermakelijkheid wordt gegeven, een zeker bedrag zal moeten worden voldaan voor de bewaking door de gemeentelijke brandweer. Zodanige retributie is toch ingevolge artikel 275 te beschou wen als een plaatselijke belasting, die niet dan uit kracht van een door de Kroon goedgekeurd raadsbesluit mag worden geheven. Op grond van het bovenstaande stellen wij U voor het bijd£aads' hssïuit stukken ter inzage gelegde concept-besluit tot vaststelling van een verordening op de heffing van een brandweerrecht, ongewijzigd vast te stellen. Prinsenbeek, 13 October 1955. BURGEMEEST

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 43