BIJLAGE no.246.
Aan Zijne Excellentie de Minister
van Binnenlandse Zaken,
te
s-GRAVENHAGE
Onderwerp: Prinsenbeek,
Gemeenteclassificatie.
Naar aanleiding van een daartoe strekkend toesluit van
de raad deser gemeente vragen wij de aandacht van Uwe Excellentie
voor het volgende.
De aan Breda grenzende gemeente Prinsenbeek is voor de
standplaats-classificatie opgenomen in de derde klasse en de ge
meente Breda, volgens bijlage H van het rijksbezoldigingsbesluit
(thans nog) in de tweede klasse.
De afstand van het hart van beide gemeenten is nauwelijks
vier kilometer, waaruit de economische binding die tussen beide
gemeenten bestaat verklaarbaar is. Enerzijds is de industrie van
Breda voor een belangrijk deel aangewezen op het arbeidspotentieel
van de gemeente Prinsenbeek, terwijl anderzijds de bevolking van-
laatstgenoemde gemeente ter voorziening in hun noodzakelijke levens
behoeften, voor ondervfijs, ontspanning e.d. voor een groot deel is
aangewezen op hetgeen Breda biedt.
Het is voor de sedert 1940 gevormde gezinnen slechts
bij uitzondering mogelijk om de beschikking te krijgen over een
woning met enig bouwland, zodat de overgrote meerderheid van deze
gezinnen ook hun aardappelen, groenten en fruit via de detailhandel
moet betrekken. De kosten van levensonderhoud zijn dan ook voor de
Prinsenbeekse hevolking minstens even hoog als voor de inwoners
van de gemeente Breda.
Daar het overgrote deel van de loontrekkende bevolking
van Prinsenbeek in Breda werkzaam is, geniet dit deel ook een loon,
vastgesteld volgens de voor de gemeente Breda geldende normen.
De in Prinsenbeek werkzame ambtenaren verkeren hierdoor
ontegenzeggelijk in een weinig benijdenswaardige positie. Bij hun
voor een derde klasse gemeente geldende bezoldiging moeten zij
zich noodgedwongen aanpassen aan een levenspeil, dat -gezien de
huidige constellatie van Breda - reeds boven de normen van een
tweede klasse gemeente uitgaat.
Het is ons streven om aan deze voor de ambtenaren onbil
lijke toestand een einde te maken.
Bovendien is het voor de gemeente van belang een t.o.v.
Breda enigszins gelijkwaardige bezoldiging te kunnen toekennen aan
het gemeentepersoneeldaar aan dit personeel bij aanvaarding van
een beter bezoldigde betrekking in dienst van de gemeente Breda
immers geen bezwaren van verhuizing e.d. in de weg staan, terwijl
het aanvullen van vacatures met geschoolde krachten zeker voor
kleinere gemeenten tegenwoord„ig niet goed mogelijk is.
Wellicht ten overvloede vestigen wij Uw aandacht nog
op de classificatie in d.e tweede klasse van de v.m. gemeente Prin-
cenhage, van welke gemeente Prinsenbeek tot 1942 deel heeft uitge
maakt.
Tevens wijzen wij in dit verband op de classificatie in
de tweede klasse van de gemeente Nieuw-Ginneken, met de daartoe
behorende kerkdorpen Bavel, Ulvenhout, Strijbeek, Galder en HeUsêen
h ut, welke dorpen op groter afstand van Breda gelegen zijn dan
Prinsenbeek.