BIJLAGE no.249. Prinsenbeek, 12 oktober 1956. Aan de Raad. Onderwerp 6% uitkering secretarissen, ontvangers, ambt.burg.stand. Bijl: 1. Naar aanleiding van de circulaire van Gedeputeerde Staten van 26 september 1956, G.nr.57247, Ille afdeling, betreffende de uit kering-ineens over het tijdvak van 1 september 1956 tot 1 januari 1957 voor secretarissen, ontvangers en ambtenaren van de burgerlijke stand, merken wij het volgende op. In ons voorstel, betreffende deze uitkering voor het ge meen tepersoneel hebben wij betoogd, dat deze uitkering o.i. dient in te gaan op 1 juli 1956. Tevens is een schrijven ingekomen van enige ambtenarenorganisatieswaarbij eenzelfde uitkering wordt voor gestaan. In verband hiermede stellen wij U voor alsvolgt aan Gede puteerde Staten te berichten: "Naar aanleiding van Uw bovenaangehaalde circulaire delen wij U mede bezwaar te hebben tegen het tijdvak waarover de uitkering ineens aan de secretarissen, ontvangers en ambtenaren van de burgerlij ke stand zal worden toegekend. Het standpunt van de bonden voor overheidspersoneel tot toekenning van deze uitkering over het tijdvak van 1 juli 1956 tot 1 januari 1957, alsmede de motieven, die hiervoor worden aangevoerd, zijn U bekend. Op grond hiervan hebben wij besloten orn aan het gemeente- personeel een uitkering toe te kennen ingaande 1 juli 1956. Wij stellen U voor om voor de secretarissen, ontvangers en ambtenaren van de burgerlijke stand eenzelfde gedragslijn te volgen en tevens om aan de minister van binnenlandse zaken voor te stellen ook aan de burgemeesters een uitkering toe te kennen over het tijdvak 1 juli 1956 tot 1 januari 1957".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 104