reglementen te handhaven. Wel dient echter te worden opgenomen, evenals dit in het Algemeen Ambtenarenreglement is geschied, een bepaling, waarbij aan de ontvanger 1 of 2 dagen meer verlof wordt toegekend bij langere diensttijd. 2. In verband met de bepalingen omtrent de toetreding tot het Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren dienen enkele redactionele wijzigingen te worden aangebracht. III. Rechtstoestand Ambtenaren van de 3urgerlijkeStand. 1. Gedeputeerde Staten hebben bezwaar tegen de opneming van de artikelen J>a en 4-b in voormeld reglement. Deze regelen de toetreding van deze ambtenaren tot het Instituut Ziekte kostenvoorziening Ambtenaren. Als bezwaar voeren zij name lijk aan, dat deze ambtenaren toch nimmer een nevenfunctie vervullen. Dit kan natuurlijk niet worden ontkend, maar dan vragen wij ons toch wel af, of dit argument dan ook niet moet gelden voor meerdere bepalingen van dit reglement, die nagenoeg gelijkluidend zijn aan de desbetreffende bepa lingen in het Alg.Ambt.regl. enz., zoals ondermeer d.e va- cantie-uitkering, de regeling van hun bezoldiging, indien zij als militair voor herhalingsoefeningen in werkelijke dienst moeten komen enz. Conform het advies van de ARKA geven wij U dan ook ernstig in overweging op dit voorstel van Gedeputeerde Staten niet in te gaan, en deze bepalingen derhalve te handdiaven. 2. Tenslotte adviseren Gedeputeerde Staten om in dit reglement eenzelfde bepaling op te nemen als artikel 16 van het regle ment op de rechtstoestand van de secretaris en de ontvanger, regelende de extra-uitkering ingeval de a.b.s. als mili tair in werkelijke dienst zijnde, komt te overlijden. Dit voorstel van G.S. is inconsequent, want volgens hun rede nering vervult de a.b.s. toch een nevenfunctie in deze ge meente, zodat deze bepaling toch oo hem van toepassing zou zijn, want zij is opgenomen in het Alg.Ambt.Regl.de rechtstoestand van de secretaris en in die van de ontvanger. Opneming van dit artikel achten wij niettemin gewenst. Wij geven U in overweging overeenkomstig het boven staande te besluiten. BURGEMEESTER ERS VAN PRINSENBEEK, DE SECRETARI

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 106