BIJLAGE no.257.
De Raad der gemeente Prinsenbeek;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders dd.
15 oktober 1956;
gelet op de artt. 1?1 en 228 der gemeentewet;
onderhands aan te kopen van Johannes Adrianus Dirven, particu
lier te Breda, de waterplas plaatselijk genaamd "de Kuil",
kadastraal bekend gemeente Prinsenbeek in sectie D. nr.18 en
1444 ter grootte van 10.93-10 H.A. voor de som van zestien
duizend gulden (f.16.000,
Deze koop en verkoop geschieden onder de volgende voor
waarden en bepalingen:
1. het gekochte wordt aanvaard in de staat, waarin hetzelve
zich op het tijdstip van ondertekening der koopakte bevindt
met alle rechten en verplichtingen, zowel heersende als
lijdende erfdienstbaarheden, doch vrij van hypotheek of enig
andere schuldvordering en overigens vrij van huur en pacht
per 1 januari 1957;
2. verschil tussen de werkelijke grotte en de volgens de akte
opgegeven maat of grootte zal tussen partijen geen grond
opleveren voor enige rechtsvordering, hoe ook genaamd;
3. verkoper is tot geen vrijwaring gehouden wegens hem onbekende
erfdienstbaarheden of andere lasten, welke niet in de open
bare registers ten kantore van de bewaring der hypotheken en
kadaster zijn over- of ingeschreven en welke men mocht be
weren op het gekochte te hebben;
4. de betaling der koopsom zal geschieden bij het ondertekenen
van de koopakte;
5. de grond- en andere zakelijke lasten komen met ingang van
1 januari 1957 voor rekening van koopster;
6. alle kosten op de overdracht vallende komen voor rekening
van de gemeente Prinsenbeek.
besluit:
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Prinsenbeek, van
18 oktober 1956.
Voorzitter.
Secretaris.