BIJLAGE no.192. Prinsenbeek, 19 januari 1956. Aan de Raad. Onderwerp Bejaarden centrum. Zoals bekend zijn onlangs de plannen voor de bouw van een bejaardencentrum gereed gekomen in deze zin dat naast de behuizing van de bejaarden in het complex mede is opgenomen een volledige huisvesting voor de gezondheidsdienst van het Wit- Gele Kruis. Daarbij is reeds rekening gehouden met de vlucht welke de gezondheidsdienst naar de hedendaagse opvattingen binnen niet te lange tijd zal maken, en welle gedeeltelijk hier ter plaatse reeds zijn gerealiseerd. Wij denken hier aan een tweede wijkverpleegster i.v.m. de groeiende gemeente, de huisvesting van de school-psycholo- gische en schoolartsendienst, de mogelijkheden voor bevolkings onderzoek e.d. ond.erzoeken op grote schaal, moderne ontsmet tingsruimte, gekoppeld aan practijkruimte voor tandarts en bureauruimte voor maatschappelijk- en gezinswerk, terwijl daar naast in het centrale gebouw recreatieruimte voor bejaarden is gepland met daarnaast mogelijkheden tot algehele verzorging en huisvestingsmogelijkheden voor wijkverpleegster, maatschap pelijke werkster en kraamverzorgster. Een benauwende vraag heeft bij ons College voorgezeten op welke wijze het beste in de exploitatie zou kunnen worden voorzien. Drie mogelijkheden stonden ons hierbij voor de geest: a. algehele bouw door en voor rekening van de gemeente; b. algehele bouw door particulieren al dan niet met lening of garantie van de gemeente; c. bouw en exploitatie door een gemeentelijke stichting. ad a. Deze mogelijkheid voerde bij nadere beschouwing tot ernstige moeilijkheden, doordat het Rijk nog steeds vasthoudt aan een curve prijs per m3, welke prijs te laag en niet meer up to date kan worden geacht. In deze vorm zou mislukking ener aanbesteding reeds van te voren vast staan; de bouw door particulieren culmineerde in de vraag hoe zal de financiering worden geregeld. Ook hier bleek bij nader onderzoek dat de rentemarge tamelijk hoog zou zijn, indien op de vrije markt geld zou worden aangetrokken, terwijl daarnaast de gemeente toch altijd nog borg zou moeten blijven voor rente en aflossing; hoewel elke vorm van exploitatie financiële offers van de gemeente zal vergen is gezocht naar een vorm waarbij de gemeente in zo min mogelijke mate waaborgen voor de juiste aanwend.ing van haar gelden behoudt. Wij menen een redelijke oplossing gevonden te hebben in een gemeentelijke stichting, d-w.z. een rechtspersoonlijkheid bezittend, dus geheel zelfstandig lichaam, door de gemeente zei ve in het leven geroepen, waaraan door haar de nodige finanti- ële faciliteiten wordt verleend. In de stichtingsakte kan de gemeente echter zoveel waarborgen neerleggen dat het beoogde ad b. ad c

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 19