BIJLAGE nr.201.
De Raad der gemeente Prinsenbeek in zijn open
bare vergadering van 11 april 1956;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders dd.
6 februari 1956;
besluit:
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING op de keuring van waren in de ge
meente Prinsenbeek.
Artikel JL.
1. Deze verordening verstaat onder "waren" hetgeen artikel 1 der
Warenwet Stbl.1935» nr. 793 daaronder verstaat.
2. Met "verkopen" wordt in deze verordening gelijkgesteld:
a. het ten verkoop of ter aflevering in voorraad hebben;
b. het afleveren;
c. het uitstallen;
d. het vervoeren;
e. het te koop of in ruil aanbieden;
f. het uitdelen;
g. het aanwezig hebben op markten;
h. het aanwezig hebben in 'winkels, woningen, bergplaatsen, werk
plaatsen, fabrieken, stallen, voer- of vaartuigen, of op erven
bij fabrikanten, kooplieden, melkveehouders, winkeliers,
slijters of venters in gebruik.
3. Het aanwezig hebben van waren in woningen of stallen wordt met
verkopen niet gelijkgesteld, voor zover de onder h. genoemde
personen aannemelijk kunnen maken, dat de aanwezige waren uit
sluitend zijn bestemd voor eigen gebruik.
Artikel 2.
Het is verboden waren te verkopen, welke ondeugdelijk van samen
stelling zijn, of welke in ondeugdelijke toestand verkeren.
Artikel 3
Het is verboden waren te verkopen, welke bij gebruik overeenkom
stig de bestemming schadelijk zijn of kunnen zijn voor het leven
of de gezondheid.
Artikel 4.
1. Het is verboden waren te verkopen, welke niet voldoen aan de
eisen of ten aanzien waarvan niet is of wordt voldaan aan de
eisen gesteld, krachtens de Warenwet Stbl.1935 nr.793» met uit
zondering van artikel 16 dezer wet.
2. Het is verboden met betrekking tot waren iets te doen of na te
laten In strijd met de voorschriften, gegeven krachtens de
Warenwet Stbl.1935» nr.793 met uitzondering van artikel 16
dezer wet.
Artikel 5«
Hij, d.ie waren verkoopt of die voor het bereiden van waren grond
stoffen bewerkt of verwerkt,is verplicht aan de ambtenaren, belast
met de opsporing van overtredingen van voorschriften, gesteld