V/VLmo
BIJLAGEnr.203a
Prinsenbeek, 2 februari 1956.
Aan
de Raad.
Onderwerp
Wijziging Algemene
Politieverordening.
Bij schrijven van de afdeling Noord-Brabant van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten, alhier ingekomen 30 januari j1wordt
U geadviseerd de politieverordening voor deze gemeente te wijzigen.
Deze wijzigingen betreffen:
1. Een verbod om vuilnisbakken e.d. vroeger dan één uur voor de
lediging en later dan één uur na de lediging op of aan de
weg te hebben.
2. Het samenvoegen van twee reeds bestaande artikelen in gewijzigde
vorm tot een nieuw artikelinhoudende een verbod tot het inkui
len van bietenloof en dergelijk veevoeder en een verbod tot het
aanleggen van vuilnis- en mesthopen binnen 10 meter van gebouwen
en drinkwaterputten.
3. Een verbod om stankverspreidende dieren, te weten nertzen, marter
achtige dieren en varkens op bepaalde plaatsen te houden.
Voor wat betreft deze laatste bepaling, dienen Burgemeester
en Wethouders bij openbare kennisgeving aan te geven, "woor welke
plaatsen dit verbod van toepassing wordt verklaard.
Genoemde wijzigingen betreffende het belang van de volksge
zondheid, namelijk om verontreiniging van lucht, hodem en water
tegen te gaan.
Mitsdien wordt U in overweging gegeven tot ongewijzigde
vaststelling van bovengenoemde, bij de raadsstukken ter inzage
gelegde concept-besluiten tot wijziging van de Algemene Politiever
ordening voor deze gemeente.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN/PRINSENBEEK,
DE SECRETARIS,
Punt 1 is teruggenomen, omdat terzake nog nimmer klachten zijn
ingekomen.