BIJLAGE no.205
De Raad der gemeente Prinsenbeek in zijn open
bare vergadering van 11 april 1956;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
5 februari 1956;
Het bepaalde in artikel 18 vervalt. Daarvoor wordt in de plaats
"1. Onverminderd de bepalingen inzake het bouwen in deze verorde
ning, is net geoorloofd meergezinshuizen op te richten, hier
onder te verstaan al dan niet vrijstaande gebouwen, waarin
twee of meer woningen boven elkaar zijn gelegen.
2. Het oprichten van gebouwen, als bedoeld in het vorige lid,
geschiedt met inachtneming van de voorschriften, vervat in het
"Besluit schuilplaatsen bij bouw van woningen" van 28 juni
1955, Stbl.nr.261.
3- Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd afwijkingen van het
bepaalde in het voorgaande lid toe te staan onder goedkeuring
van de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting oo grond,
dat zij in overeenkomstige mate bescherming tegen scherf-
werking, instorting en brand en overeenkomstige mogelijkheden
tot ontvluchting bieden".
Deze veror ening treedt in werking op de dag, volgende op die,
waarop zij is afgekondigd.
DE RAAD VOORNOEMD,
besluit
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING tot wijziging van de bouw
verordening der gemeente Prinsenbeek.
Artikel I
gelezen
Artikel II.