BIJLAGE no.208.
De Raad der gemeente Prinsenbeek
overwegende, dat de woning plaatselijk gemerkt Kapelstraat?,
staande op het perceel, kadastraal bekend in deze gemeente,
sectie E. nr.2146, eigendom van J.Aarts, wonende alhier, Groen
straat 7a, onbewoonbaar is;
dat uit een door Bouwtoezicht West-Brabant te Breda ingesteld
onderzoek is gebleken, dat:
le. het open erf bij de woning te gering is, waardoor een tekort
aan licht en lucht bestaat;
2e. de woning in haar constructieve onderdelen vervallen is;
3e. het aantal vertrekken onvoldoende is;
4e. de woning over het algemeen vochtig is;
5e. een slechte privaat aanwezig is, die uitkomt in de keuken;
6e. de verbinding woonkamer-keuken via de buitenlucht -eschiedt;
dat de woning mitsdien ongeschikt is ter bewoning en niet
door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbare staat kan
worden gebracht;
gezien het advies van de wnd. Inspecteur van de Volksgezond
heid te s-Hertogenbosch dd. 15 februari 1956, no.0215743;
gelet op artikel 25 en volgende der Woningwet;
bovengenoemde woning Kapelstraat 7 onbewoonbaar te ver
klaren en de ontruirningstermijn te stellen op 6 maanden.
besluit:
Aldus vastgesteld door de raad der
gemeente Prinsenbeek in zijn openbare vergadering
van 11 april 1956.
DE RAADVOORNOEMD,