3IJLAGE nr.213. Prinsenbeek, 29 maart 1956. Aan de Raad. Onderwerp Vakantieuitkering en Vakantieverlof 3% uitkering over 1955. De Minister van Binnenlandse Zaken deelt bij zijn circulaire van 8 maart 1956, nr.U 24079 en 24 maart 1956, nr. 24203 enige maatregelen mede, die ten behoeve van het rijkspersoneel zijn getroffen, met het verzoek gelijke rege lingen te treffen voor het gemeentepersoneel De voorzieningen hebben betrekking op: a. verhoging van de vakantie-uitkering over 1956 en volgende jaren; Zoals U bekend is genoot het gemeentepersoneel over de voorafgaande jaren een vakantie-uitkering van 2% van de bezoldiging, inclusief kindertoelage en kindertoeslag. Dit percentage wordt m.i.v. 1 januari 1956 verhoogd tot 4%, in navolging van de maatregelen die reeds eerder voor het vrije bedrijf werden getroffen. b. verhoging minimum-vakantieverlof. Het minimum vakantie-verlof voor het gemeentepersoneel is thans 14 dagen. Overeenkomstig de nieuwe regeling voor het rijkspero- neel stellen wij U voor dit minimum ook voor het gemeente personeel te verhogen tot 15 dagen. De nodige wijzigingen van de rechtspositierep'elingen gaan in ontwerp hierbij. c. y/o uitkering over 1955» Over 1955 kan aan het gemeentepersoneel nog een uit kering worden verstrekt ten bedrage van 3% van de jaarwedde. Als basis voor de berekening geldt de jaarwedde per 1 mei'56. Daar de betreffende koninklijke besluiten voor de ondera en c genoemde voorzieningen nog niet zijn verschenen, ver zoekt de minister d.eze uitkeringen thans voorlopig bij wijze van voorschot uit te betalen in de eerste week van mei.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 49