BIJLAGE nr.215. De Raad der gemeente Prinsenbeek Overwegendedat het in het voornemen ligt over het jaar 1955 aan het daarvoor in aanmerking komend burgerlijk rijksper soneel een uitkering van 3% toe te kennen, welke uitkering, in afwachting van het totstandkomen van het desbetreffende koninklijk besluit, bij wijze van voorschot zal worden gedaan; dat blijkens de circulaire van 24 maart 1956, hoofdafdeling O.P.Z. bureau II, nr.24203, van de minister van binnenlandse zaken, een overeenkomstige voorziening ook voor het daarvoor in aanmerking komend personeel in dienst der gemeente kan worden getroffen; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 29 maart 1956; besluit vast te stellen de navolgende verordening: VERORDENING tot het toekennen bij wijze van voor schot van een uitkering van 3% over het jaar 1955 voor het daarvoor in aanmerking komend gemeente- personeel. Artikel 1. Voor zover de bevoegdheid bestaat de bezoldiging van het gemeente- personeel te regelen, wordt aan de daarvoor in aanmerking komende leden van dat personeel, over het jaar 1955» bij wijze van voor- schot, een uitkering toegekend, ten aanzien waarvan de richt lijnen en aanwijzigingenneergelegd in de aan Burgemeester en Wethouders der gemeenten gerichte circulaire met bijlagen van de minister van binnenlandse zaken van 24 maart 1956, hoofdafdeling O.P.Z. bureau II, nr.24203 en de eventueel nog nader door deze Minister te verstrekken aanwijzigingen, voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing zullen zijn. Artikei 2 Deze verordening treedt in werking op heden. Vastgesteld door de raad der gemeente Prinsenbeek in zijn ooenbare vergadering van 11 april 1956. DE RAAD VOORNOEMD,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 51