BIJLAGE no.24-0.
Prinsenbeek, 20 september 1956.
Onderwerp
Wijziging salarisverordening
en vaststelling kindertoe
lageverordening.
V/ij doen U hierbij ter vaststelling toekomen een tweetal
besluiten resp. betreffende wijziging van de salarisverordening
1955 en vaststelling van de kindertoelageverordening.
elarisverordening
Artikel 1.
Bij de voorgestelde wijzigingsverordening is in artikel
1 de tot nu toe voorkomende bindende formatieregeling geschrapt.
Gebleken is dat een bindende formatieregeling een belemmering
vormt voor een soepel personeelsbeleid, terwijl zij voor de
ambtenaren een ongemotiveerde verstarring van de promotiekansen
betekent.
Meer nog dan voor de grote gemeenten is een soepel
personeelsbeleid voor de kleine gemeenten een gebiedende eis
geworden. Door de grote gemeenten worden zo gunstig mogelijke
regelingen getroffen om te voorkomen dat het personeel afvloeit
naar het vrije bedrijf. De kleine gemeenten moeten echter boven
dien nog het hoofd bieden aan de veel sterkere afvloeing van
personeel naar d„e grote gemeenten. De overgang van een kleine
naar een grote gemeente ligt de in overheidsdienst gespeciali
seerde ambtenaar immers veel nader, dan de aanvaarding van een
functie in het vrije bedrijf.
Waar de grote gemeente tengevolge van de veel ruimere
personeelsbezetting diverse mogelijkheden heeft om haar perso
neel aan zich te binden, ontbreekt deze mogelijkheid voor de
kleine gemeente geheel. De met het toezicht op de gemeenten
belaste organen i.e. gedeputeerde staten en de minister van
binnenlandse zaken maken van de hun hiervoor gegeven bevoegdhedén
een dusdanig "wurgend" gebruik, dat de kleine gemeente weerloos
is overgeleverd aan de zuigkracht van de grote gemeente en het
vrije bedrijf.
3ehalve d.oor de geringere promotiekansen in de kleine
gemeente wordt de trek naar de grote gemeente bovendien nog
gestimuleerd door een - t.o.v. hun collega's in grote gemeenten-
onbillijke bezoldigingsregeling voor het personeel der kleine
gemeenten.
Zolang de regering haar onjuiste zienswijze in deze niet
laat varen is hier van de besturen der kleine gemeenten echter
weinig te bereiken.
Dat wij op deze wijziging nadrukkelijk Uw aandacht ves
tigen vindt mede zijn oorzaak in de omstandigheid, dat in een
tijdsbestek van enige weken twee leden van ons gemeente-personeel
de wens te kennen hebben gegeven de gemeentedienst te verlaten.
Een vakman van openbare werken wenst n.l. een functie
in het vrije bedrijf te aanvaarden, terwijl een commies ter
secretarie in een grote gemeente is benoemd.
Bij de geringe omvang van het gemeente-personeel is
deze advloeing van twee goede en ingewerkte krachten niet zonder