NIEUWJAARSTOESPRAAK 1966.
Bijlage I
Laat ik by de aanvang van dit nieuwe jaar U mijn beste wensen aanbie
den en daarbij de hoop uitspreken dat 1966 voor U persoonlijk en zake
lijk tot een blijde levensperiode zal uitgroeien.
U zult mij niet kwalijk nemen indien echter gelijktijdig wordt gehoopt dat
met ïïw medewerking ook in gemeente-bestuurlijk opzicht het jaar 1966
een voorspoedig en gelukkig zal worden.
Kon ik over 1964 met voldoening gewag maken van een voortgezette ont
wikkeling der gemeente, ook voor 1965 kan de toon onverminderd en mis
schien zelfs in verstrekte mate optimistisch zijn. Hoe de aspecten voor
1966 zijn hoop ik in de loop van deze toespraak nog te schetsen, doch
een terugblik over het afgelopen jaar zal ik U niet onthouden.
Het bevolkingsverloop, dat steeds een graadmeter betekent voor de ge
meentelijke uitgroei, gaf geen onbevredigend beeld. Behalve als graadme
ter is het bevolkingsverloop van grote waarde voor de mate waarin de
gemeente uit rijksmiddelen inkomsten zullen toevloeien. De omstandigheid
dat belangrijke rijks-uitkeringen afhankelijk zijn van het inwonertal dwingt
ieder gemeentebestuurder telkenjare zich van het bevolkingsverloop reken
schap te geven. Een gemeente immers waar geen groei plaats vindt ziet
zich een belangrijke bron van inkomsten bevriezen en daar waar inkomsten
niet stijgen is geen plaats voor een beleid dat ruimte kan geven voor
nieuwere ontwikkelingstendenzen en aanpassing aan opgekomen moderne
maatschappelijke behoeften.
Het bevolkingsverloop over 1965 gaf ten opzichte van voorgaande jaren het
volgende beeld:
1962
1963
1964
1965
geboorten
114
103
115
117
overlijden
50
25
28
28
ingekomen personen
217
190
510
223
vertrokken personen
168
165
172
199
huwelijken
46
53
54
74
verhuisd binnen de gemeente
159
205
293
255
inwonertal per 51 december
5075
5175
5400
5515
Toename bevolking
lil
102
225
115
De teruggang in bevolkingstoename van 225 in 1964 naar 115 in 1965 lü^t
op het eerste gezicht teleurstellend, doch deze wordt in hoofdzaak be
paald doordat tengevolge van stagnaties - enerzijds door weersomstandig
heden, anderzijds door organisatie-moeilijkheden in een bepaald bouwbedrijf -
een niet onbeduidend aantal woningen in tegenstelling tot de planning
juist niet in de laatste maanden van 1965 gereed kon komen. Ware dit wel
het geval geweest dan zou het bevolkingscijfer omstreeks 50-60 hoger zijn
geweest
Het vestigingsoverschot, d.w.z. het gunstig verschil tussen gevestigde en
vertrokken personen is ook in 1965 weer een element geweest in de gemeen
telijke groei. Niettemin vonden wij in de loop van 1965 aanleiding om over
de periode 1 januari 1965 tot 1 november 1965 geval voor geval te onder
zoeken welke omstandigheden aan het vertrek naar elders ten grondslag
hebben gelegen. Daarbij ontmoetten wij normale vertrekfactoren zoals